image/svg+xml

Groep Weerselo der Rijkspolitie-1 1945-1948 door H.J.Kollen†

Verhaal

Groep Weerselo der Rijkspolitie-1 1945-1948 door H.J.Kollen†

Plaatje bij verhaal: h.j.kollen_voor_zijn_woning.jpg

Eerder hebben we al vermeld dat Hans Kollen het archief van zijn vader aan onze
vereniging ter beschikking heeft gesteld. Eén van de parels die wij daarin vonden
beschrijft de organisatie van de politie in Weerselo na de oorlog. 

Eerder hebben we al vermeld dat Hans Kollen† het archief van zijn vader aan onze
vereniging ter beschikking heeft gesteld. Eén van de parels die wij daarin vonden
beschrijft de organisatie van de politie in Weerselo na de oorlog.

 

Groep Weerselo der Rijkspolitie - 1  1945-1948

 

Zoals bekend, werd direct na de bevrijding van ons land in mei 1945, de gehele Nederlandse politie gereorganiseerd en kwam het Korps Rijkspolitie tot stand.
   Dit korps werd samengesteld uit personeel van de inmiddels opgeheven Rijksveldwacht en Gemeenteveldwacht en aangevuld met aangeworven jonge mensen uit de burgerij welke nog geheel voor het politiewerk moesten worden opgeleid. In alle gemeenten van ons land met een inwonertal minder dan
25000 zielen werd door de Rijkspolitie dienst verricht. Districten en Groepen werden geformeerd, waaronder ook de gemeente Weerselo ressorteerde. Ook in Weerselo werd jong personeel aangesteld in de rang van Hulp-Marechaussee.Als groepscommandant werd destijds aangesteld opperwachtmeester
Chr. ter Laak, voordien chef gemeenteveldwachter te Weerselo. In kleine gemeenten, zoals Weerselo, was een groepscommandant opperwachtmeester. In grotere gemeenten in het district werd een adjudant als groepscommandant benoemd, maar niet in de kleine groep zoals in Weerselo, met een sterkte van
tien man. De Groep Weerselo behoorde tot de Afdeling Oldenzaal en het District Almelo. De Afdeling
Oldenzaal was gehuisvest in de oude marechausseekazerne te Oldenzaal, terwijl het districtsbureau
der rijkspolitie verblijf hield in de nieuwe marechausseekazerne aan de Vriezenveenseweg te Almelo.
In die jaren werd het commando over het District gevoerd door majoor N. Bijlsma, bijgestaan door een districtsadjudant, in het bijzonder belast met de controle op de verrichtingen van het politiepersoneel op de Groepen.


 

Controlepunten of verschijningspunten


De Voorschriften voor de politieman waren destijds zo opgesteld dat hij zich in de dienst op verschillende zogenaamde controlepunten in de gemeente ten minste een kwartier lang moest ophouden, alvorens zijn weg te vervolgen. Deze controle- of verschijningspunten werden telkens door de groepscommandant
aan de districtscommandant voortijdig opgegeven volgens de dienstlijsten. Deze controles werden van hogerhand ingesteld om de dienstdoende politieman op de voorgeschreven plaats te kunnen aantreffen voor het geven van nadere instructies of melden van bijzondere voorvallen. Men had toen uiteraard
nog niet de beschikking over portofoons en andere moderne hulpmiddelen voor vervoer, zoals dienstauto’s en dergelijke. De kleding van het groepspersoneel was de eerste jaren na de oorlog ronduit miserabel. De pas in tijdelijke dienst aangestelde hulpmarechaussee droeg als uniform een blauw geverfde battledress. Op zijn hoofd prijkte een min of meer oude uniformpet van het wapen der marechaussee of een afgedankte pet van de gemeenteveldwachter. Alleen het beroepspersoneel liep er nog enigszins behoorlijk bij in hun bijna versleten vooroorlogse uniformen van verschillende korpsen.
   De bewapening van de beroepspolitieman bestond uit een pistool en een Mauser karabijn. De hulpmarechaussee droeg aan zijn heup een knots van een revolver, merk Webley, met vijf schoten en een vrije worp. De patronen voor deze revolver waren bijna niet te krijgen, maar geen nood, alleen al het
zwaaien met dit wapen boezemde destijds al ontzag in. De eerste schietoefeningen werden gehouden op de schietbaan, nabij ‘de Pook’, onder de gemeente Almelo. Geschoten werd er met karabijn, pistool en revolver onder leiding van wachtmeester Schoenmaker, een oudgediende, overgekomen van het Wapen
der Marechaussee. Wat kon deze heer tekeergaan wanneer hij moest constateren dat de hulpmarechaussee vervaarlijk met zijn revolver stond te zwaaien en iedereen in de loop van zijn wapen liet staren. Het mag een wonder heten dat er toen geen slachtoffers zijn gevallen.


Onderwijs in de tempel van Bachus


In september 1945 werd begonnen aan de hulpmarechaussees van de Groep Weerselo, de hoognodige ervaring en wetskennis bij te brengen. De opleiding was in handen van wachtmeester R. Woudenberg, een bekwaam politieman, die er slag van had zijn kennis aan het onervaren personeel over te brengen. De eerste maanden werden de lessen gegeven in een cafélokaliteit, in beheer van de heer Ter Borg, die
behalve kastelein, ook nog het beroep van gemeenteontvanger uitoefende. In deze eenvoudige tempel van Bachus, gelegen aan de Legtenbergerstraat te Weerselo, ontvingen de hulpmarechaussees hun onderwijs in de taaie wetsartikelen, zo duidelijk omschreven in de bekende leerboeken van Stapel en De Koning. Boeken, nog niet in losbladig systeem. Al spoedig echter meende de Groepscommandant dat het betreffende leerhuis niet aan de gestelde eisen voldeed, ook al gezien de aard van dit dorpscafe en de instelling van de politiestudenten. Genoemde opper, een politieman van de oude stempel, een
martiaal figuur, met een snor als een fietsstuur, wilde kennelijk voorkomen dat het ‘onderhorig’ personeel reeds voor de aanvang der lessen de lippen vochtig had van de morgenborrel. Met spoed werd dan ook een ander en beter studiegelegenheid gezocht en gevonden in een lokaal van de eerder genoemde
marechausseekazerne te Oldenzaal. In deze kazerne werd door wachtmeester Woudenberg aan het jeugdige personeel van verschillende Groepen Rijkspolitie elke week een dag les gegeven in wetskennis. De studie werd door velen met animo gevolgd, doch er waren ook enkelen die voortijdig afhaakten
en een andere baan zochten in de burgermaatschappij. De leden van de Groep Weerselo bleven echter de lessen in Oldenzaal trouw volgen.

Elke vrijdagmorgen werd de tocht op gammele fietsen naar de studiezaal aldaar aanvaard. Na een lange dag van studeren in de taaie wetten ging ieder welgemoed terug naar zijn standplaats. In de Groep Weerselo werden in het jaar 1945 het volgende personeel aangenomen: Hulpmarechaussee J. ter Elst, H. Kamphuis, Floot, G. Heerink, Smeelink en H.J. Kollen. In het voorjaar van 1946 kwam daar nog bij: N. Hager. Het beroepspersoneel van de Groep Weerselo was in de herfst van het jaar 1945 als volgt ingedeeld: Opperwachtmeester Chr. ter Laak, Groepscommandant en Wmr. H. Haverkort, beiden wonende in dorp Weerselo. Wmr. E.J. Venekamp en Wmr. H. v.d. Berg, beiden dienstdoende op het Rayon Deurningen en tevens aldaar woonachtig, en Wmr. J.B. Heskamp, dienstdoende en wonende te Rossum, gemeente Weerselo.


 

In de kost bij nieuwsgierige kostbaas
Het tijdelijk aangestelde personeel in de rang van Hulpmarechaussee, deed dienst in het dorp Weerselo en Saasveld-Dulder. De meeste van hen waren destijds nog ongehuwd en hadden een eigen kosthuis. In een door het Rijk gehuurde kamer van de familie H. Bijen, wonende aan de Oldenzaalsestraat,
gelegen naast de zaak van de manufacturier G. Flinkers te Weerselo, was slaapgelegenheid
voor drie hulpmarechaussees ingericht. Het gezin Bijen kon goed met het jeugdige politiepersoneel opschieten. Ademloos werden de sterke verhalen van de politieman aangehoord door de eenvoudige mensen. Vooral de oude heer Bijen was razend nieuwsgierig naar de belevenissen van zijn geüniformeerde
gasten. Hij kwam er zelfs des nachts zijn bed voor uit. Met verbazing en onder hilariteit van de aanwezige leden van Hermandad, kwam het meermalen voor dat de bejaarde heer Bijen compleet in lang nachthemd, uit z’n bed sprong en met zijn wandelstok het daaronder gelegen gebit opviste, hetgeen hij vervolgens, stoffig en wel, onbekommerd in zijn mond stak. Waarna deze heer zijn kostgangers urenlang van de legerstede probeerde af te houden om zijn nieuwsgierigheid te kunnen bevredigen.
Wat een tijd was dat.


Na 1946 meer professionaliteit
In 1946 werden de leden van de Weerselose hulppolitie door de Kantonrechter in Almelo beëdigd als opsporingsambtenaar, tevens onbezoldigd rijksveldwachter. Ook kregen zij een aanstelling in vaste dienst bij de Rijkspolitie. Hun salaris werd van ƒ 1800 's jaars, verhoogd met ƒ 300, terwijl een jaarlijkse verhoging van ƒ 100 in het vooruitzicht werd gesteld. Een hele verbetering dus. Ook werd er passende uniformkleding eens per jaar verstrekt, volgens het kledingboekje. Schoeisel en dergelijke werd per fiets gehaald van het Districtsbureau der Rijkspolitie te Almelo. Nu het personeel beter was uitgerust, kreeg het ook meer vertrouwen en respect bij de plaatselijke bevolking. De dienst werd te voet of per rijwiel verricht in het landelijke Weerselo. Veel aandacht werd besteed aan het toezicht in de uitgestrekte jachtvelden. Het verkeer in onze woonplaats was destijds van weinig betekenis en ongevallen kwamen zelden voor.


Brooddronken op boerenbruiloften


Ook werd er nogal eens dienst verricht bij de grote boerenbruiloften en andere feestelijkheden. Dit toezicht was soms noodzakelijk daar brooddronken jongelui nog wel eens dreigden de orde te verstoren. Op deze feesten ging het niet altijd even zachtzinnig toe en meermalen werd het knuppeltje door de politie op de ruggen van weerbarstige lieden gelegd, alzo het Schriftwoord in praktijk brengende, dat de roede is voor de onrechtvaardige waaraan hij geenszins zal sterven. Daarbij kwam ook dat het politieoptreden in die tijd direct na de oorlog, nog niet gehinderd werd door vervelende reacties van pers en andere nieuwsmedia. Wanneer een politieman zijn knevel opstreek en z’n ogen vervaarlijk liet rollen, zochten de belhamels meestal een goed heenkomen. En ter afwisseling liet hij dan soms het gummiknuppeltje dansen op de ordeverstoorders. Dergelijke lieden behoefden ook niet met klachten aan te komen bij de plaatselijke dorpsschout. Het kleine groepsbureau werd destijds gehouden
in een vertrek, behorende tot de zaak van de heer Flinkers. In deze ruimte werd menige verdachte soms op vaderlijke wijze en dan weer zodanig aangesproken dat deze het huilen soms nader stond dan het lachen. De verhoren werden dus zogezegd, aangepast aan de omstandigheden. Het is voorgekomen dat een hardleerse verdachte tijdelijk aan het houtjes hakken werd gezet en het nog
deed ook. Deze werkzaamheden werden uitgedacht om de brandstofvoorziening van de grote kachel op het groepsbureau op gang te houden.

Discipline in de Groep
Voor de gehele administratie van de Groep was slechts één aftandse schrijfmachine beschikbaar. Dit apparaat werd dan ook de gehele dag en door eenieder gebruikt of beter gezegd misbruikt, want de gehele groep werd tijdens de dienst het typen bijgebracht door een collega die zichzelf probeerde te redden met het één vinger systeem. In deze toestand kwam slechts langzaam verbetering. De nog schaars opgemaakte processen-verbaal werden dan ook meestal geschreven op modelpapier. Het opmaken van een proces-verbaal zoals van hogerhand verwacht werd, leverde vaak onverwachte moeilijkheden op. Taal en stijl, alsmede de juiste omschrijving van het gepleegde feit, was voor velen in de begintijd van hun dienst vaak een hele opgave. Er verdween heel wat papier in de prullenmand voordat het werkstuk door de groepscommandant werd goedgekeurd en verzonden. Meestal nam het O.M. in Almelo genoegen met de ingeleverde processen-verbaal, veelal lichte overtredingen. Echte criminaliteit kwam in de gemeente zeer zelden voor. Werd een ernstig misdrijf gepleegd, dan moest de districtsrecherche worden gewaarschuwd die dan het onderzoek verder leidde en de zaak probeerde op te lossen. Aan de dienstvoorschriften werd streng de hand gehouden. Roken tijdens diensttijd was verboden. Werd men daarbij betrapt, dan kon de betrokkene er rekening mee houden dat hij de volgende dag op het matje werd geroepen aan het districtsbureau, alwaar hem door de commandant Majoor N. Bijlsma, ongezouten de les werd gelezen, terwijl meermalen disciplinaire straf werd opgelegd, zoals extra dienst of intrekking
van verlof. De D.C. had de wind er goed onder bij het personeel en het was zaak hem uit de vingers te blijven, wanneer hij niet nader te noemen bestanddelen aan de knikker vermoedde.

Doch overigens was het ook voor het jonge personeel, prettig dienst doen in de Groep Weerselo.
H.J. Kollen †

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.