image/svg+xml

Gezagsdragers Weerselo - 3

Verhaal

Gezagsdragers Weerselo - 3

Plaatje bij verhaal: politiecontrole_in_het_jachtgebied.jpg

De laatste aflevering uit "Oet de Boerschopn" nr. 135 geschreven door Fennie Holter

Ja, dan zijn we nu gekomen aan de laatste aflevering van de gezagsdragers in en
om Weerselo. Dat waren dus niet alleen de politieagenten, maar ook mensen die hun
functie niet altijd of helemaal niet hier uitoefenden, maar hier wel woonden.

Gezagsdragers Weerselo - 3

Ja, dan zijn we nu gekomen aan de laatste aflevering van de gezagsdragers in en
om Weerselo. Dat waren dus niet alleen de politieagenten, maar ook mensen die hun
functie niet altijd of helemaal niet hier uitoefenden, maar hier wel woonden.

Marechaussee.
De marechaussee werd op 26 oktober 1814 opgericht door Koning Willem I. De naam werd gekozen omdat ‘gendarmerie’ te veel herinnerde aan de Franse overheersing, en ‘marechaussee’ al in de middeleeuwen in gebruik was geweest voor dezelfde functie: politietaken. Het nieuwe instituut ressorteerde onder de
landmacht. Het voert hier te ver om alle veranderingen die er over de jaren plaatsvonden met betrekking tot de verhouding tot de landmacht, de functies die uitgeoefend werden, enz., te noemen. Eén ding valt wel op: er is door de overheid altijd gesleuteld aan openbare functies, net als tegenwoordig.
In 1998 kreeg de Krijgsmacht vier onderdelen, te weten: Koninklijke Landmacht, Kon. Luchtmacht, Kon. Marine en Kon. Marechaussee. Toen was de marechaussee dus een zelfstandig wapen
geworden. Haar taken werden (in grote trekken): bewaken buitengrenzen (Schiphol e.a. en havens van Amsterdam en Rotterdam, volgens het Schengenaccoord); politietaken ten behoeve van Defensie, b.v. begeleiden van militaire konvooien; samenwerken met politie, ook bijzondere bevoegdheden met
betrekking tot terrorisme; bewaken leden Koninklijk Huis; bewaken van De Nederlandse Bank en geldtransporten; bewaken Catshuis (ambtswoning minister-president).
In onze regio had men een kantoor in Oldenzaal in de villa Rozenhof aan de Prins Bernhardstraat.
 

Marechaussees in Weerselo


In Weerselo hadden wij Hans Kollen. Hij had al met 17 jaar dienstgenomen. Ik vroeg hier speciaal naar, want na 1946 kon je ook als dienstplichtig soldaat worden geselecteerd en opgeleid, en na je afzwaaien al of niet doorstromen naar de parate troepen van dit wapen. Maar Hans had er dus vanaf het begin
zelf voor gekozen. Hij heeft heel wat meegemaakt. De twee treinkapingen in Drente. Ontruimingen
van kraakpanden en stadsrellen. Plaatsvervangend ME commandant  bij de inhuldiging van Koningin Beatrix. Bewaking bij paleis Soestdijk en op het landgoed Het Loo, waar Prinses Margriet en familie wonen. De laatste jaren aan de grens bij Rammelbeek, op de vliegbasis en in Oldenzaal, en uiteindelijk als hoofd automatisering van het opleidingscentrum in Apeldoorn.
   Ik heb Hans Kollen nooit in uniform gezien, hoewel hij een aantal jaren slechts twee huizen bij mij vandaan woonde; dat trok hij altijd aan op zijn bestemming, vertelde zijn vrouw Willy.
   Hij had zich van zijn pensioen heel wat voorgesteld, had nog graag onderzoek willen doen naar de geschiedenis van het Stift (waar hij trouwens ook is geboren), evt. de koster willen helpen op het kerkhof. Gelukkig heeft hij nog wel het werk van zijn vader, Henk Kollen, kunnen digitaliseren, waarvoor we hem
heel dankbaar zijn, en hij heeft ook het Stiftsarchief (van de kerk bedoel ik) kunnen ordenen. Op 20 juli 2014 is hij overleden. Een groot verlies voor Weerselo.


Douane
Tot voor kort wist ik niet dat er aan de Abdijweg op no. 28 een douanebeambte had gewoond (en daarna een meester van de Stiftsschool). De man bleek Achterhof te heten en had gewerkt aan de grens in Dinxperlo. Meer was er niet over hem bekend. Om wat meer over het douanewerk aan de weet te komen belde ik de vrouw (Nicolé) waar ik jaren op de kinderen heb gepast. Zij was douanier geweest en werkt nu bij de FIOD. Zij stond o.a. aan de grens in Buurse en bij de Knalhutte. Na de invoering van ‘Schengen’
bestond het werk voornamelijk uit controle op drugs en rode dieselolie en het innen van uitstaande
boetes en achterstallige belasting.
   Toen las ik in april in Dinkelland Visie een artikel over het afscheid van Jos Bijen van de
Rabobank. Daarin zag ik dat hij 12 jaar bij de douane had gewerkt en daarna nog bij de belastingdienst (die douane is overigens een onderdeel van die dienst) voordat hij bij de Rabobank kwam. Hij bevestigde in grote trekken het verhaal van Nicolé, maar ik kreeg er nog vele bijzonderheden bij.

Zoals gezegd, de douane werkt aan de grens, maar vóór Schengen (1 januari 1992) ook voor pascontrole op de internationale treinen. In deze regio stapten ze dan in Hengelo in en reden mee tot Bentheim of evt. Rheine. Aan de grote grensposten (zoals De Poppe en Glanerbrug) controleert de marechaussee alleen personen, de douane personen en goederen. Vóór Schengen was dat controle op smokkelen (sigaretten, drank, koffie, en veel vroeger ook boter) en inklaren van goederen in vrachtwagens. Op de kleinere grensovergangen was alleen douane, zoals in Lage en Getelo b.v.Tegenwoordig wordt er nog gecontroleerd op verdovende middelen en rode diesel (=accijnsvrije diesel) en worden nog steeds de boetes en belastingen geïnd, waarbij nog wel eens meer ongerechtigheden aan het licht komen, zoals wapens. En vracht die van buiten het Schengengebied komt en op doorvoer is voor Nederland moet hier dan nog ingeklaard worden. In de 70er jaren kwam het RAF- geweld op en toen werd er in Kerkrade een douanier doodgeschoten. Vanaf toen kregen de douaniers schiet- en judolessen. Ik herinner me dat er nog een RAF schietincident is geweest in Nederland, iets later, De kleinere weggetjes over de groene grens werden afgesloten met bielzen met kettingen (ik heb er nog wel eens één gezien in de buurt van de Galgenberg, zeker vergeten weg te halen).
   Jos heeft ook op Schiphol en in de haven van Amsterdam gewerkt, maar in een wat verder verleden ook nog te voet langs de groene grens, van Kloosterhaar tot het Lutterzand. Van alle markten thuis dus.
   Grenskantoren zijn tegenwoordig alleen nog maar bij de grote grensovergangen, de kleinere zijn veranderd in woonhuizen of zo. Ogenschijnlijk is het dus met Schengen allemaal gemoedelijker geworden. Maar met de toegenomen en zwaardere criminaliteit (o.a. drugsgerelateerd) moet er toch weer meer controle komen en zijn er af en toe z.g. vliegende brigades, bestaande uit Nederlandse en Duitse politie, marechaussee en douane, die met succes opereren. G.P.T.S., grensoverschrijdende politieteams worden die genoemd. Tenslotte nog: de opleiding was in Elspeet en duurde vier maanden. En men had hier regionaal een kantoor aan de Steenstraat in Oldenzaal, in die dubbele stadsvilla, en voor sommige aangelegenheden in het belastingkantoor bij het ziekenhuis.


Jachtopzieners.
Uit het verhaal dat we kregen van de dochter van groepscommandant Van Vliet, waar we al eerder uit citeerden (zie Oet de Boerschopn no. 133) hebben we vernomen dat de familie omstreeks kerst wel eens wild kreeg van Knienenjens. Volgens Henk Bekke was dat ene Oude Nijhuis die in het Binnenveld woonde.
Hij was jachtopziener in de Paalmaat, de Rossumermeden en aan de overkant van de Agelerweg, waar enige artsen uit Oldenzaal (Peters, De Raedt en Pelster) de jacht gepacht hadden. Ze hadden dan een houten kistje met patronen bij zich. Ik herkende dat onlangs op een oude foto van enige heren van de Van Heek-clan, en René Dijkhuis (bij wie ik mijn licht had opgestoken over de tegenwoordige
stand van zaken), wist te vertellen dat bij zo’n jachtpartij de heren elk twee geweren hadden en dat een z.g. ‘lader’ steeds weer één geweer laadde, terwijl de jager dan het andere schietklaar had. Volgens Henk Bekke was die Knienenjens een geweldig goede schutter, hij kon vanaf de fiets kraaien uit de
lucht schieten. Lijkt wel Wild West…
Van Vliet had ook contact met Kolmschot, jachtopziener in Saasveld, maar dat zal dan wel in het volgende artikel over Saasveld aan de orde komen. We hebben ook Henks grootvader al in actie gezien in het Lankheet. En die agenten in Deurningen (Oet de Boerschopn nr. 130), waarvan er nog één werd
doodgeschoten door een stroper. Zulke incidenten heb ik in onze omgeving verder niet aangetroffen.

Over het heden is meer bekend. Er zijn tegenwoordig z.g. wildbeheereenheden (WBE’s). Hier in dit gebied, dat ruw weg de voormalige gemeente Weerselo omvat is dat Hugale (Hulsbeek, Gammelke, Lemselo). De jachtopziener in dit gebied is Gerrit Berends (Gerrit van ’n smid). Rijdt men een ree aan, dan moet men dat melden, hij komt het dan van de weg halen, intussen moet dat dier gewoon blijven liggen, al of
niet creperend, dan kan hij het eventueel doodschieten. Het lijkt me niet verwonderlijk dat je als automobilist in zo’n geval het recht in eigen hand neemt om alle soesa te vermijden. Uiteindelijk mag je het dode dier, ook als je de officiële weg bewandelt, toch zelf mee naar huis nemen.
Gerrit is dus verantwoordelijk voor het correct uitvoeren van de Jachtwet. Dat zal niet altijd meevallen als je zelf uit de streek komt, en dat zal ook wel eens schipperen betekenen. Als jager heb je een jachtacte nodig, je moet uiteraard ook een schietcursus volgen. Voor het grotere wild heb je een
vergunning nodig. Er moeten elk jaar een bepaald aantal reeën worden afgeschoten om de wildstand aanvaardbaar te houden. Het zal sommigen van onze natuurgroep leden niet plezierig in de oren
klinken. Maar we zitten in dit dichtbevolkte land met zijn grote landbouwbelangen nu eenmaal in een moeilijke spagaat. Kijk maar naar de discussie over de Oostvaardersplassen; naar het beleid
t.a.v. de grauwe ganzen; misschien krijgen we er binnen afzienbare tijd een probleem met wilde zwijnen
bij; het ongemakkelijke gevoel dat velen hebben bij de jacht op Het Loo.
Vlgs. een artikel in de NRC van 19 aug. j.l. hebben de natuurbeschermingsorganisaties de laatst tijd grote problemen met stropen op grote schaal door goed uitgeruste bendes. De toezichthouders: jachtopzieners (gewapend), boswachters, BOA’s, kunnen daar niet tegenop. Vroeger was er nog de veldpolitie, maar
die is wegbezuinigd. En de gewone politie komt vaak niet eens meer opdagen bij een melding, te weinig personeel. Boswachters pleiten ervoor dat ze ook een wapen mogen dragen. Goed in zijn algemeenheid misschien, maar tegen  bendes richt je daarmee niet veel uit.

Afsluiting.
Dan ben ik hiermee aan het einde gekomen van het verhaal over de gezagsdragers in Weerselo, Bij de politie: veel mensen en relatief weinig tekst. Bij de andere drie: weinig mensen en veel tekst, omdat hun werk ons niet zo bekend is.
Wilt u over dat werk nog meer weten, dan kunt u veel op het internet vinden.
Fennie Holter
Bronnen:
Henk Bekke, Dinie Bolk (Nijhof), Jos Bijen, René Dijkhuis, Willy Kollen-Luiken, Ringsproak
(orgaan van de Protestantse Gemeenten in Twente), Nicolé Scholten-Game, Wikipedia

Locatie:Weerselo

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.