image/svg+xml

Gezagsdragers Weerselo-2

Verhaal

Gezagsdragers Weerselo-2

Plaatje bij verhaal: politiebureau_raadhuisstraat.jpg

Een verhaal door Fennie Holter uit Öet de Boerschopn nr.134 Omdat we dit jaar ook veel aandacht willen besteden aan de herdenking van de bevrijding,
nu 70 jaar geleden, zal de bijdrage aan de gezagsdragers-geschiedenis van
het team in de kern Weerselo in drie afleveringen worden verteld.
Voor we verder gaan met ons verhaal eerst een paar aanvullingen op de vorige keer:
Op blz. 21, onder “Het verdere personeel….” : staat Heskamp (standplaats Rossum).
Maar ook Heerink heeft standplaats Rossum gehad, zoals zijn dochter Monique
Löbker-Heerink mij vertelde: “wij zijn daar alle vier geboren”.
Verder heb ik bij toeval in het boekje ‘Van Potman tot Kollen’ (over de Abdijweg)
ontdekt dat groepscommandant Ter Laak aan de Bisschopstraat woonde, huidig
nummer 22, wat mij werd bevestigd door Frans Hazekamp.

Een verhaal door Fennie Holter uit Öet de Boerschopn nr.134 

Omdat we dit jaar ook veel aandacht willen besteden aan de herdenking van de bevrijding,nu 70 jaar geleden, zal de bijdrage aan de gezagsdragers-geschiedenis van het team in de kern Weerselo in drie afleveringen worden verteld.
Voor we verder gaan met ons verhaal eerst een paar aanvullingen op de vorige keer:
Op blz. 21, onder “Het verdere personeel….” : staat Heskamp (standplaats Rossum).
Maar ook Heerink heeft standplaats Rossum gehad, zoals zijn dochter Monique
Löbker-Heerink mij vertelde: “wij zijn daar alle vier geboren”.
Verder heb ik bij toeval in het boekje ‘Van Potman tot Kollen’ (over de Abdijweg)
ontdekt dat groepscommandant Ter Laak aan de Bisschopstraat woonde, huidig
nummer 22, wat mij werd bevestigd door Frans Hazekamp.

 

Gezagsdragers Weerselo - 2


Behuizing
Zoals Kollen reeds schreef, van 1947 tot 1955 heeft de politie haar bureau gehad in een houten gebouwtje aan de Holtwijkerstraat, naast de beek, ongeveer waar nu nog de voormalige gemeentewerf van Weerselo is. Er staat een foto in Oet de Boerschopn nr. 131, blz. 10, kennelijk uit de eerste dagen, de districtscommandant Bijlsma uit Almelo staat er namelijk ook op. Ook in nr. 132, blz. 125 staat een mooie, duidelijke foto. Het gebouwtje is nooit gesloopt, maar er kwam een nieuwe eigenaar die het ‘meenam’ naar de Ootmarsumsedijk, hoek Bentertsteeg,in Rossum. Dit verhaal hoorde ik op onze Kerstbijeenkomst van Alfons Weiden en Gerrit Oonk, die vertelden dat het nu in gebruik is als
timmermanswerkplaats bij Oude Weernink (daagsen naam Kattenpoel).
   In 1955 verhuisde men naar de zij-ingang van het nieuwe gemeentehuis, aan de Remigiusstraat. En
in 1973 kwam er dan eindelijk een echt eigen bureau, aan de Raadhuisstraat, onder één dak met het postkantoor, met ruimte aan de achterkant voor de voertuigen. Er hoorden ook twee woningen bij het complex.
   In 1993 werd de groep Weerselo ondergebracht bij de regiopolitie DOW (Denekamp, Ootmarsum, Weerselo), met kantoor in Denekamp, aan de Nordhornsestraat.

Rangen


De hier genoemde rangen zijn die zoals ze golden bij de Rijkspolitie (bij de gemeentepolitie is het enigszins anders, gemeentepolitie vindt men in gemeenten met meer dan 25.000 inwoners).
Je begint als aspirant met 1 streep (chevron) op de mouw, dan volgt de rang van wachtmeester 2e klas met 2 strepen, en daarna wachtmeester 1e klas met 3 strepen. Een opperwachtmeester heeft 2 gekruiste zwaarden op de kraag (‘bloemkool’ genaamd in de wandeling), en een adjudant (de groepscommandant in de 70’er jaren) heeft een stip. Naar die laatste functie moest men solliciteren, in die andere rangen kon men bevorderd worden. Dit zal zo geweest zijn omdat adjudanten anders te goed bekend waren (te kunnig) waren met hun publiek.

Wapens


Pistool en karabijn. Het pistool FM kaliber 9 mm is het gangbare wapen. Ik sprak er mijn verbazing over uit omdat ik dacht dat een revolver meer kogels kon bevatten, maar dat zijn er maar 6, terwijl een pistool er 8 heeft, en de nieuwste zelfs al 16. Een karabijn wordt over de schouder gedragen en alleen in bijzondere gevallen gebruikt, hij ligt doorgaans achter in de auto.

Voertuigen

In de ‘goede oude tijd’ was dat de fiets (en nog langer geleden zal het wel allemaal te voet gemoeten hebben (‘per pedes apostolorum’). In de 60’er jaren waren er ook al bromfietsen, DKW’s. Alfons Weiden had hierover een mooie anekdote die ik u niet wil onthouden. Hij (woonachtig aan de Boerkampsmorsweg) moest op een dag iets ophalen aan de Lemselerveldweg en besloot de bromfiets mee te nemen, hoewel hij nog geen 16 was. “Als ik binnenweggetjes neem kan mij niets gebeuren”, zo redeneerde hij. Maar niks hoor, daar stond een agent op de Oude Deurningerstraat, en hij was er gloeiend bij. De agent nam de bromfiets mee naar het bureau op het gemeentehuis. Alfons moest op de agent zijn fiets voor hem uit rijden. Daarna werd hij lopend naar huis gestuurd en kon zijn vader later de bromfiets ophalen. Alfons moest nog wel voor de rechter verschijnen, maar kwam er met ‘een schoer deur de been’ van af.
   Door toedoen van de burgemeester kwam er ook een motorfiets, een z.g. ‘milieumotor’.
   En natuurlijk hebben we al weer sinds jaar en dag auto’s en busjes. En af en toe zag ik een soort ‘boevenwagen’ in de straat, om agenten van de ME thuis af te halen. Dat waren in onze groep Zwiers, Van Tebberen en De Leeuw. Maar dat voertuig hoorde natuurlijk niet tot het lokale wagenpark.

Kleding


Naar aanleiding van de foto’s die al bij eerdere artikelen zijn gepubliceerd kregen we de opmerking dat die broeken (wijd boven de knie, smalle onderpijp) er zo onsympathiek uitzagen (herinneringen aan de Duitse bezetting neem ik aan). Volgens mijn informant, Geert Eberhard, werden die alleen in de winter gedragen, ze waren lekker warm. De beenbekleding bestond uit laarzen of schoenen met beenkappen, men had een eigen budget en kon zelf beslissen wat het worden zou.
   Het uniform van de Rijkspolitie was tot voor kort een lichtblauwe broek met een zwarte zijstreep, een wit overhemd en een donkerblauwe korte jas (model jack). De gemeentepolitie daarentegen droeg een donkerblauwe broek, een blauw overhemd en een licht blauw/grijze jas (en zij hadden een 7,65 mm FN pistool).
   Zoals gezegd, een eigen budget, maar wel centrale inkoop via Apeldoorn.
   Het nieuwste uniform is zwart met reflecterende gele dwarsstrepen, van zwaardere stof, waarmee men zeer tevreden is, want vooral de broeken van het voormalig uniform waren koud en werden nat. Wat hebben we onze agenten toch allemaal aangedaan in de afgelopen jaren….

 

Wijkagent


Om het verhaal volledig te maken heb ik ook nog een interview gehad met onze wijkagent, Hannie Jansen. Zij is wijkagent voor Weerselo, Saasveld, Deurningen, Rossum. Min of meer de voormalige gemeente Weerselo, zeg maar. Zij heeft de dinsdag en de donderdag beschikbaar voor de wijk en heeft op donderdag spreekuur in het voormalig gemeentehuis. Het steunpunt is officieel in de brandweerkazerne aan de Legtenbergerstraat, maar daar kwam nooit iemand. Dat spreekuur in het gemeentehuis staat nu echter op losse schroeven, want de woningbouwvereniging is verhuisd.
Die twee dagen mag ze zelf invullen, maar als er iets dringends tussenkomt kan ze ook nog zo weggeroepen worden. Overigens draait ze de andere dagen gewoon mee in het algemene dienstrooster.
We hebben dus nu de Nationale Politie, en wij maken deel uit van de Eenheid Oost (Overijssel en Gelderland), als basisteam Oost, dat de gemeenten Dinkelland, Losser, Oldenzaal en Tubbergen beslaat, en de standplaats is Oldenzaal.
Ik vroeg of er nog meer agenten zijn met speciale taken, zoals vroeger. Inderdaad, taakaccent heet zoiets tegenwoordig, met twee dagen om (evt. met collega’s) zelf in te vullen, en wel: de wijk, jeugd, milieu, dieren. De zedenpolitie is een aparte dienst, evenals de recherche, en de afdeling narcotica neem ik aan.
Het werk in de stad is anders dan dat op het platteland, er is minder openheid. Overigens is het nieuwe werkgebied erg vervreemdend, vroeger kende je als agent alle weggetjes, nu moet je het op de Tomtom doen, dat kost soms meer tijd.
Geert Eberhard noemde in verband met die schaalvergroting nog een grappig incident. Hij bemande de alarmcentrale in de Betuwe en kreeg een melding van een boer uit de buurt van Zaltbommel. Diens klacht, in dialect: “Ik kan u niet verstaan”. “Nee”, zei Geert, in het Twents, “ik u ook niet”.
Aan Hannie Jansen vroeg ik ook nog of ze bij de politie nog steeds op 55-jarige leeftijd met pensioen gaan (evenals bij de marechaussee trouwens). “Oh gut nee”, zei ze “we moeten gewoon door tot 67!”
Het lijkt me goed om dit deel hier af te sluiten en in september verder te gaan en te eindigen met de marechaussee, de douane, en de jachtopzieners.
Fennie Holter

Locatie:Weerselo

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.